Het college van burgemeester en wethouders moet zorgen dat de VIAstat-ongevallenmonitor kan worden ingezien door de gemeenteraad. De raadsleden krijgen zo beter inzicht in de locaties en vermoedelijke oorzaken van verkeersongevallen. Door de ontwikkelingen over langere tijd te volgen kan het gemeentelijk beleid daar beter op worden aangepast.
Een motie van raadslid Jelle Meinesz van Hart voor Den Haag werd door een meerderheid van de raad gesteund. "Als je weet waar, hoe en waarom ongelukken gebeuren, dan kun je ook echt iets verbeteren. Maar zonder cijfers blijft het gissen. En gissen is geen beleid", aldus Meinesz.
Dagelijks vinden er ongevallen plaats in Den Haag, maar raadsleden hadden tot nu toe geen direct zicht op het soort incidenten, de oorzaken en de locatie. De gegevens staan weliswaar in de systemen van hulpdiensten en in de landelijke ongevallenmonitor, maar waren niet toegankelijk voor de gemeenteraad. De aangenomen motie roept het college op om de raad toegang te geven tot een inzichtelijke, geanonimiseerde versie van die gegevens.
Goudenregenstraat
Meinesz: "Neem de Goudenregenstraat. Daar rijden elk jaar gemiddeld vijftig mensen letterlijk de tramrails in en worden vervolgens afgevoerd naar het ziekenhuis. Dat is geen inschatting, dat is feitelijk bekend. Maar in de politieke discussie worden dat soort cijfers zonder context gebruikt. Alsof al die ongelukken veroorzaakt worden door auto’s. Terwijl we weten dat het ook gaat om enkelvoudige fietsongevallen of medische noodgevallen."
Met toegang tot de monitor kunnen raadsleden veel beter zien wat voor ongelukken er plaatsvinden, waar ze gebeuren, en onder welke omstandigheden. "Pas dan kunnen we kruispunten aanpassen of snelheid verlagen met een doordacht plan, niet omdat een partij 'dat nou eenmaal vindt'. Het moet gebaseerd zijn op data, niet op emotie", aldus Meinesz.